Hygiene

Op ons gezinsprikbord hangen allerlei krantenknipsels. Eentje is een foto van een wc-rolletje met nog één velletje eraan. De tekst? ‘De meeste mensen deugen, maar dat doet er niet toe.’ Het is uit een essay van Philip Dröge. De andere is een uitspraak van Alain de Botton: ‘Je bent een idioot, maar dat geeft niet.’

Tussen deze twee knipsels bewegen we ons. Niet alleen thuis, maar ook in de gemeenschap en bij de overheid. Ruimte moeten we laten voor vrije mensen. Voor luimen, nukken, zinnelijkheid, lol, fouten, streven, zaniken, verdriet en grote ambities. En de ruimte om een idioot te kunnen zijn.

En we hebben ondergrenzen. Om onszelf te beschermen, tegen elkaar en tegen de staat bijvoorbeeld. Het bewaken van die ondergrens is geen kwestie van ambities nastreven, maar een kwestie van het ‘managen van wat niet mag gebeuren’.

Neem de toegankelijkheid van gebouwen voor iedereen. Daarvoor moet je niet de toegankelijkheid bevorderen. Je moet ontoegankelijkheid voorkomen. Er bestaat namelijk niet zoiets als een ‘toegankelijke ingang’. Er zijn wel factoren die een ingang ontoegankelijk maken. (Dat zijn voor een rolstoelgebruiker, een blinde en een persoon met epilepsie trouwens verschillende factoren.)

Deze essentiële zaken noem je hygiënefactoren. Dat een dokter haar handen wast voor ze aan je komt, doet ze om ziekte te voorkomen. De patiënt geneest er niet van, en als ze langer haar handen wast dan nodig, is ze niet een betere dokter. Maar slaat ze het over, dan worden er wel mensen ziek. Hygiënefactoren gaan dus over de ondergrens en de bescherming die daarvan uitgaat. Je beschrijft er iets mee dat er ‘moet zijn’ of je ‘moet doen’ om een negatieve uitkomst te voorkomen. De voorwaarden voor de basiskwaliteit. De dingen waarvan het ijs is gemaakt, waar we niet doorheen willen zakken.

We begrijpen: de meeste redenen om je handen niet te wassen als dokter, zijn ongeldig en onacceptabel. Die factor negeren, geeft problemen die te voorkomen waren. Voor bestaanszekerheid en het voorkomen van structurele ongelijkheid geldt dat net zo. Ook daarvoor zijn hygiënefactoren, zoals inkomen en volwaardig kunnen meedoen. Die factoren negeren is onacceptabel en dom en aangezien we dat inmiddels voor ruim dertig procent van de Nederlanders doen (SCP, 2023), is er fors werk aan de winkel.

Laten we een tijdje wat minder aandacht geven aan hoge latten en hoe we die halen. (Lezen jullie mee, politieke diertjes?) Meer en precieze aandacht is nodig voor de ondergrens. Hebben we die op orde, dan is er nog alle ruimte om ambities waar te maken. Of om een idioot te zijn.

Volgende
Volgende

Cryptomacht