Participatie meer en vaker? Weeg het af.

Foto-artikel-25-oktober-2017-overheidincontact.jpg

Om goede keuzes te maken rond participatie als overheid moet je, heel platgeslagen, in elk geval antwoord hebben op drie vragen:

  1. aan welke maatschappelijke kwesties geven we prioriteit?

  2. welke vormen kiezen we om het er democratisch beter op te maken en helpt dat? en

  3. moeten we het groots optuigen of juist niet?

Over die laatste vraag gaat het in dit artikel.

Ik zet kort op een rijtje wat je kunt meewegen bij de keuze tussen ‘groot en meeslepend’ participeren of het juist klein en fijn houden. Het bestuur moet daar immers steeds een wijs besluit over nemen; en de organisatie moet helpen om in beeld te brengen wat daarvoor de afwegingen zijn. (Vanzelfsprekend check je daarbij je aannames bij de mensen om wie het gaat — zij zijn immers de baas over hun eigen participatie :) )

Handig is het om deze ‘wegingscriteria’ vast te leggen, al dan niet formeel, om iedereen wat meer duidelijkheid te geven hoe je (beter) kunt afwegen, en waarmee, wanneer je nu wel of niet een (uitgebreid) participatieproces zou kunnen doen.

Hoe kun je deze criteria benutten?

  • De overheidsorganisatie (projectleiders en beleidsmakers) kan ze gebruiken om in de ‘participatieparagraaf’ die afwegingen in beeld te brengen;

  • Het dagelijks bestuur (college) kan ze gebruiken om de raad een concreet voorstel te doen;

  • De volksvertegenwoordiging (raad) kan ze gebruiken om preciezer te sturen, waardevoller te controleren en er ook een beter politiek debat mee te voeren als dat eens nodig is;

  • Bewoners en andere belanghebbenden kunnen ze gebruiken om de overheid scherp te houden op ruimte voor hun inbreng, wijsheid, uitvoeringskracht en belang.

Welke criteria zijn er dan zoal?

In de meeste overheidsorganisaties is de ambitie: we willen meer en vaker gebruik maken van de collectieve intelligentie en op meer manieren samen werken aan plannen en projecten. Dat kost tijd (en ook geld) en die is helaas niet oneindig; tijd van bewoners, en die van de organisatie en het bestuur. Daarom is het goed bewuster af te wegen wanneer je meer en vaker bewoners opzoekt en ‘gaat participeren’. Zowel raad, college als organisatie kunnen gebruik maken van de volgende (niet uitputtende!) criteria bij die afweging:

Meer en vaker contact als..

  • er belangentegenstellingen zijn (conflict)

  • de keuzes ingrijpend zijn

  • de keuzes veel mensen raken

  • de besluiten die de gemeente neemt of dingen die je gaat doen, lang doorwerken (lange termijnen)

  • er (nog) keuzes zijn te maken (dat betekent: voorstellen en plannen voorleggen die nog niet af zijn, juist niet wachten op het moment dat ze ‘klaar’ zijn)

  • je expertise of ervaringsdeskundigheid van anderen nodig hebt

  • de opgave complex is

  • het krachtenveld ingewikkeld is

  • je het onderlinge contact tussen bewoners en/of organisaties ermee kunt bevorderen (kortsluiting organiseren en ertussenuit gaan)

  • je wilt (of moet) werken aan het vertrouwen in de gemeentelijke organisatie of het bestuur (publieke opinie)

  • je keuze of uitvoering ‘dichtbij’ is en de directe leefomgeving van mensen betreft (kan zowel ruimtelijk, sociaal als economisch zijn)

  • je niet zeker weet of je keuze wel draagvlak heeft (de uitkomst van het proces moet dan natuurlijk kunnen zijn: we doen het niet, of anders)

  • bewoners er duidelijk om vragen om op meer plekken in het proces te kunnen meedoen

  • je de kracht van de gemeenschap wilt verstevigen (community building)

Minder groot optuigen als…

  • het krachtenveld heel simpel, klein of overzichtelijk is (dan kun je gewoon (aan)bellen)

  • het besluit of de uitvoering nauwelijks impact heeft

  • je niet nieuwsgierig (meer) bent

  • tijd en geld er niet of niet voldoende zijn

  • er een crisissituatie is

  • er wettelijk geen ruimte is (lever de wetstekst erbij waar dat in staat)

  • het bestuur geen ruimte geeft, bijvoorbeeld doordat daarover afspraken zijn gemaakt in een akkoord, of het bestuur een keuze maakte waar ze niet vanaf wil wijken (dit kan ook een andere overheid zijn)

Let op: niet afvinken, maar afwegen

De criteria zijn geen simpel afvinklijstje maar vragen om een afweging. En als je dan toch aan het denken bent, denk dan ook hieraaan:

  • Je kunt altijd eerder contact zoeken dan je nu doet.

  • Door als gemeente te besluiten tot meer keuzeruimte, tijd, geld of zeggenschap, kun je participatie mogelijk maken. Soms is dat een organisatorische afweging, soms een bestuurlijke en soms ook een politieke.

  • ‘Draagvlak creëren’ is een gevaarlijk begrip, omdat het risico bestaat dat je dan slechts de mensen opzoekt die het met je eens zijn en al dan niet onbewust de tegengeluiden niet hoort. Streef liever naar legitimiteit voor keuzes: door de wijsheid van de minderheid, de tegenmacht of ondervertegenwoordigde bewoners of belangen op te zoeken of onder de aandacht te brengen.

  • Ingewikkeld of ‘technisch’ is geen reden om participatie niet te doen, maar een reden om het zorgvuldiger te doen.

  • Het krachtenveld is per fase (opgave/kans, voorbereiding, besluit, uitvoering&beheer, evaluatie) anders. In aanloop naar de volgende fase is er dus steeds opnieuw een afweging te maken. Als de afweging voor de huidige fase is om minder (groot) op te tuigen of niet in gesprek te gaan, is het des te belangrijker om in een volgende fase (achteraf) open en breed verantwoorden.

  • Binnen projecten is de projectleider verantwoordelijk voor de voortgang. Als samenspel nodig is, maar je – keer op keer – omwille van het tempo toch kiest voor ‘minimaal contact’, beleg dan het omgevingsmanagement bij iemand anders om de tegengas te kunnen geven die nodig is om ruimte te blijven maken voor contact.

  • Bewoners hebben ook vakkennis, bijvoorbeeld uit hun werk. Koester alle petten die mensen kunnen hebben en laat ze de rol spelen die van waarde is voor de opgave.

  • Conflict en gedoe zijn vaak een symptoom van democratie. Die zien als reden voor contact (eropaf) getuigt van democratische kracht. Die uit de weg willen gaan (‘geen gedoe graag’ of ‘zeg dat nog maar niet, dat gaat niet goed vallen..!’) kan voor minder democratie zorgen.

En afwegen doe je hardop

Idealiter gebeurt de afweging niet ongemerkt, maar maken we de afweging zo veel mogelijk ‘hardop’. Dat doen we in onderling overleg met bewoners, collega’s, het projectteam of je manager en in elk geval bij elke overgang naar de volgende fase in het project. In het college als dat nodig is. In een enkel geval voert de raad er zelfs een debat over - als ze politiek willen maken van bijvoorbeeld de verdeling van zeggenschap en verantwoordelijkheid, of als het nodig is een politiek besluit voor meer tijd, geld of een afwijking van eerder gemaakte afspraken.

Hardop werken is ook: door de afweging standaard op te nemen in de participatieparagraaf van college- en raadsstukken. (Lever dat als ambtenaar, vraag erom als bestuurder.)

Door de afweging hardop te maken worden we beter in het maken van de keuzes, leren we van elkaar en kunnen we mogelijke belemmeringen om eerder of breder contact met bewoners te zoeken, wegnemen. Bovendien maken we onszelf erop ‘controleerbaar’.

‘Hardop afwegen’ helpt het bestuur bij hun besluiten en prioritering, en de gemeenteraad bij het toezien op de uitvoering ervan. Ook helpt het in gesprekken, onderling en met inwoners, over de beweegredenen van mensen om wel of niet mee te willen denken of energie te stoppen in het elkaar op zoeken.

Tot slot levert het hardop maken van deze afweging een beeld op van het doel van de participatie. Dat helpt bij het bedenken van de meest passende manier/vorm om het te doen (bijvoorbeeld: een vraag naar expertise is iets anders dan een gesprek met botsende belangen).

Met dank aan Thijs van Mierlo voor de vraag op twitter, naar aanleiding van een column van een raadslid uit Helmond met als titel: ‘Wat doen we met draagvlak?’

Voor dit artikel maak ik gebruik van het wegingskadertje uit de gemeente Velsen dat ik maakte in de periode dat ik daar kwartiermaker Samenspel was. Het is gebaseerd op een afwegingsinstrument uit een eerdere variant van Factor C, maar daar niet meer vindbaar.

Vorige
Vorige

9 x stop hiermee - bij bewonersparticipatie

Volgende
Volgende

Wordt het er democratisch beter op?